Middelburg was in de zeventiende eeuw een belangrijke havenstad, die qua rijkdom alleen door Amsterdam werd overtroffen. Deze welvaart zorgde voor een bloeiende plaatselijke schilderschool. Het schilderen van bloemstillevens ontwikkelde zich in Middelburg in het begin van de zeventiende eeuw tot een specialisatie, mede onder invloed van Antwerpse refugiés zoals Ambrosius Bosschaert. Hij introduceerde een nieuwe type bloemstilleven waarin bloemen werden weergegeven met een botanische precisie. Zijn werk en dat van zijn leerling Balthasar van der Ast waren zeer populair en resulteerde in veel navolgers.   Bloemstillevens werden niet ‘naar het leven’ geschilderd maar door de schilder samengesteld op basis van getekende of geschilderde studies en waren niet gebonden aan een bepaald seizoen.  In het bloemstilleven in de collectie De Witte Zwaan zien we o.a. rozen, anjers en een grote blauwe iris. Het schilderwerk is verfijnd en van hoge kwaliteit.